In Woerden kunnen inwoners die in de problemen komen door hoge energiekosten een beroep doen op het Noodfonds energiearmoede. De gemeenteraad heeft de wens uitgesproken dat bij toekenning van dit fonds maatwerk wordt toegepast, zodat iedereen die de rekeningen echt niet meer kan betalen een beroep kan doen op steun. Het college lijkt deze wens nu naast zich neer te leggen, waardoor inwoners met een middeninkomen buiten de boot dreigen te vallen. De Woerdense VVD reageert boos op dit voornemen.
Bij het vaststellen van de begroting heeft de gemeenteraad ingestemd met een plan van de VVD om bij de toekenning van een financiële bijdrage te kijken naar besteedbaar inkomen in plaats van het inkomen alleen. Dat betekent dat inkomen en uitgaven voor vaste lasten in samenhang worden beoordeeld. Maar in de uitwerking die het college nu voorstelt, blijven alle uitgaven buiten beschouwing. Alleen inwoners met een inkomen tot 140% van de bijstandsnorm kunnen rekenen op een steuntje in de rug, ongeacht de hoogte van hun energierekening.
Ons raadslid Simone begrijpt hier niets van. “Het afgelopen jaar heeft iedereen te maken gehad met enorme prijsstijgingen. Of mensen deze extra kosten kunnen betalen hangt uiteraard samen met het inkomen, maar dat is niet het hele verhaal. De hoogte van de vaste lasten, zoals de huur of hypotheek, de energierekening en zorgkosten zijn net zo bepalend voor wat je in je portemonnee overhoudt. Mensen met een middeninkomen hebben vaak hoge lasten, zonder dat zij recht hebben op toeslagen of compensatie”.
Het Noodfonds energiearmoede zou hierop een uitzondering moeten vormen en ondersteuning moeten bieden aan álle inwoners die in de financiële problemen dreigen te komen. De VVD is zeer teleurgesteld dat het college dit besluit van de gemeenteraad negeert. Simone: “De gemeentelijke lasten gaan volgend jaar alweer enorm omhoog. In ruil daarvoor zouden inwoners ondersteund worden als zij de hoge kosten niet meer kunnen dragen. Die hulp is er nu alleen voor mensen met een laag inkomen, terwijl mensen met een middeninkomen opnieuw het nakijken hebben”.